Overzicht van een aantal ‘losse’ kwatrijnen: vertalingen van een of meer incidentele kwatrijnen die niet als zelfstandige uitgave zijn verschenen, maar onderdeel vormen van bijvoorbeeld een reeks in een tijdschrift of van een bundel gedichten. Verder kwatrijnen die in verhalen of romans voorkomen, bijvoorbeeld als motto, of ter ondersteuning van een betoog.
Waar auteursrechten van toepassing zijn wordt alleen de eerste regel van een kwatrijn geciteerd; waar mogelijk wordt ook een verwijzing naar de bron gegeven.
Titel | Vertaler | Jaar | Bron |
---|
Vul toch het glas, drink weg de kou, | Kuiper, W. | 1960 | Het Schoolblad |
Met de eerste klei der aarde vormden zij de laatste mens, | Singer, M.J. | 1962 | Hafabo |
„De nachtegaal zingt in het donkre woud, | Ipsie | 1905 | |
“Neen, niet met sidd’ren denk ik aan den tijd | Soera, R. | 1889 | |
Ik ken het uiterlijke van al het Niet-zijn en Zijn, | Tijdens, E.F. | 1957 | De nieuwe stem |
Ze zijn voor sterven en vergaan geboren | Onbekend | | |
Morgen? Waarom, het kan zijn dat ik Morgen mijzelf ben … | Onbekend | 1938 | |
“Van deze aardse wereld stap ik af, | Onbekend | 1948 | De Stem |
Het Leven is een schaakbord van dagen en nachten | Onbekend | 1956 | Algemeen Handelsblad |
“Men stelt ons een paradijs vol verrukkelijke vrouwen … | Onbekend | 1968 | De Stem |
Rechtvaardige hemel, versierd met zoo menige ster | Wesselink-van Rossum, J.P. | 1908 | |
“Almachtige Pottebakker op wiens blauwe wiel | Wesselink-van Rossum, J.P. | 1912 | |
Van binnen, buiten, boven, er omheen, omlaag, | Wagenvoort, M. | 1906 | Nederland |
Een bete broods, een kruik met wijn en gij … | Vernon, M. | 1952 | Provinciale Zeeuwse Courant |
Sommige mensen vragen zich af wat de juiste godsdienst of secte is | Stein, M. | 1993 | NRC |
Het rozenrijk Iram is weggebrand | Slauerhoff, J. | 1923 | |
Geslachten gloeiden op als helle vonken, | Schuchart, M. | 1943 | |
Vraag niet wat u de toekomst brengen zal | Schotman, J.W. | 1969 | |
“Soms denk ik: nergens bloeit de roos zo rood | Schot, A.G. | 1967 | Firapeel |
Voeg U bij mij, Khayyam, wijsgeeren praten best, | Randwijk, H.M. van | 1940 | Criterium |
’t Al is een dambord, beurtelings dag en nacht, | Polak, L. | 1937 | |
O, dreiging van Hel en hoop op Paradijs! | Polak, H. | 1918 | Het jonge leven |
Slechts hulpeloze stukken in het spel … | Moora, J.M. | 1949 | De lichamelijke opvoeding |
Vreemd, dat van de myriaden … | Margadant, S.W.F. | 1935 | |
Uit de eerste klei der aarde werd de laatste mensch gekneed … | Ledeboer, J.L.A. | 1932 | Indisch maçonniek tijdschrift |
Wij zijn slechts stukken in het spel dat Hij speelt | Leadbeater, C.W. | 1923 | |
“Vult den beker! Werpt de sluiers … | Krul, W.F.J.M. | 1938 | De ingenieur |
„Dit is een wereld waarop niemand vertrouwen kan … | Kielland, E. | 1931 | Wetenschappelijke bladen |
`Aan het gisteren dat voorbij is, denk niet … | Gruwez, Chr. | 2011 | |
Illustere idioten hebben de wereld in hun macht | Galen Last, H. van | 1989 | |
Welk mens heeft nooit uw wetgeving geschonden? | Eeden, E. van | 1995 | |
O jij, van vier en zeven, toevallige combinatie, | Dohmen, T. | 2005 | |
“Geef mij de betaling en laat een ander het krediet verlenen”. | Dijk, L. van | 1964 | |
God, toen hij de klei van mijn lichaam vormde, | Boele van Hensbroek, P.A.M. | 1909 | |
Ik zond mijn Ziel door het Onzichtb’re, | Christie, C.W. | 1900 | |
O zie daar in uw tuin de tulpen prijken! | Derks, J. | 1950 | De Tijd; godsdienstig-staatkundig dagblad |
Aldus heeft Hij beschikt al naar Zijn Goddelijk bestel | Campert, J. | 1943 | |
Eén ding is waarheid, en de rest is leugen … | Buijtendijk, J.F.J. | 1910 | |
“door de poort der duisternis … | Bs., H. | 1936 | Tijdschrift voor praktische verloskunde |
Kleurt feller nog de wijn het rillend ochtend rood | Breen, L. van | 1931 | De Delver |
“De hemel is het visioen van het vervuld verlangen … | Boudier-Bakker, I. | 1932 | |
„Een Boek met Verzen onder de twijgen, … | Boisson de la Rivière, J. | 1909 | |
Ik keek lang bij den pottenbakker toe, | Boekraadt, L. | 1947 | De Stem |
Kom, vul de glazen … | Bloem, J.C. | 1957 | |
Op het bontgeweven tapijt van de aarde | Berghe, G. Vanden | 1969 | |
Een bundel verzen onder dit prieel, | Beelaerts van Blokland | 1905 | |
hier met wat brood … | Augustin, N. | 2002 | Provinciale Zeeuwse Courant |