Aldus heeft Hij beschikt al naar Zijn Goddelijk bestel,
de dagen en de nachten zijn van dit verborgen Spel
het witt’-en-zwarte bord; wìj zijn de stukken –
laat af te gissen hunnen loop – de Spèler weet het wel.
(Naar Omar Khayam)
Uit: Jan Campert, Verzamelde gedichten (1922-1943) (ed. G.H. ‘s- Gravesande). A.A.M. Stols Uitgever, Den Haag 1947. Oorspronkelijk in: Nederland, jrg 79, 1927, no 5.