Welk mens heeft nooit uw wetgeving geschonden?
…
Een van de elf vertaalde kwatrijnen in de roman Samarkand : een speurtocht naar het manuscript van de Roebaijat. Amin Maalouf. Vertaald door Ed van Eeden. Utrecht, Kwadraat, 1995.
Welk mens heeft nooit uw wetgeving geschonden?
…
Een van de elf vertaalde kwatrijnen in de roman Samarkand : een speurtocht naar het manuscript van de Roebaijat. Amin Maalouf. Vertaald door Ed van Eeden. Utrecht, Kwadraat, 1995.
O jij, van vier en zeven, toevallige combinatie,
…
In: De muzikant. Door Marjane Satrapi. Vertaald door Toon Dohmen. Amsterdam, Atlas, 2005.
Stripverhaal, waarin 1 kwatrijn in dialoog op p. 74.
“Geef mij de betaling en laat een ander het krediet verlenen”.
In een artikel ‘Factoring’ door L. van Dijk, in het Algemeen Dagblad van 21 april 1964 werd dit fragment van Omar Khayyam aangehaald.
God, toen hij de klei van mijn lichaam vormde,
wist, mij makend, wat er van zou komen;
daar er in mij geen kwaad is zonder zijn wil,
waarom zou hij mij willen verbranden op de dag der opstanding?
Ofschoon de wijn kwaad deed aan mijn naam,
wil ik, zoolang ik een ziel heb, niet scheiden van den wijn,
Ik verbaas mij dikwijls over de wijnkopers, want
wat willen zij beter koopen dan wat zij verkoopen?
In: Der wereld letterkunde: voor Nederlanders bewerkt door P.A.M. Boele van Hensbroek. 2 dln. Leiden, Sijthoff, [1909]
Vertaald naar E. Heron-Allen
Ik zond mijn Ziel door het Onzichtb’re,
Om nieuws van ‘t hiernamaals te delven:
En ziet mijn Ziel kwam tot mij weer,
Antwoordend, Hemel en Hel ben ik zelve.
In: Theosofie voor eerstbeginnenden en het gebruik van lotusklassen. [S.l.], Minerva, 1900.
O zie daar in uw tuin de tulpen prijken!
Zij zijn ontbloeid wellicht aan koninklijke lijken.
En ’t dons, dat uw viooltjes siert, wellicht
Deed ‘t een verliefde hand langs meisjeswangen strijken.
Kerstverhaal door Jan Derks: ‘Er is alleen maar licht’, in De Tijd, godsdienstig-staatkundig dagblad, 23-12-1950.
Aldus heeft Hij beschikt al naar Zijn Goddelijk bestel,
de dagen en de nachten zijn van dit verborgen Spel
het witt’-en-zwarte bord; wìj zijn de stukken –
laat af te gissen hunnen loop – de Spèler weet het wel.
(Naar Omar Khayam)
Uit: Jan Campert, Verzamelde gedichten (1922-1943) (ed. G.H. ‘s- Gravesande). A.A.M. Stols Uitgever, Den Haag 1947. Oorspronkelijk in: Nederland, jrg 79, 1927, no 5.
“Eén ding is waarheid, en de rest is leugen – de bloem die eenmaal geboren is, sterft voor eeuwig.”
In John Fenwick, door Mrs. Humphry Ward (‘s-Gravenhage : Blankwaardt & Schoonhoven, 1910. Vertaald door Johanna F.J. Buijtendijk)
“door de poort der duisternis, en langs den weg, dien ook wij eerst bewandelen moeten, om hem te ontdekken”.
In Tijdschrift voor praktische verloskunde; hoofdzakelijk ten dienste van vroedvrouwen, jrg 39, 1935-1936, no 22, 15- een gedeeltelijk citaat in een bijdrage/paragraaf over ‘Bloedvergiftiging na abortus …’ door Dr. H. Bs.:
Een voetnoot bij het citaat verwijst naar “Rubaiyat van Omar Khayyam”, zonder verdere details.
Kleurt feller nog de wijn het rillend ochtend rood;
…
Leo van Breen: Kwatrijnen in “De delver; het vrije kunstorgaan”, jrg 5, 1931-1932, no 4, 1931