Omar Chajjam van Nischapoer en zijne plaats in de Perzische literatuur

Omar Chajjam van Nischapoer en zijne plaats in de Perzische literatuur. Oege Meynsma
In: De Gids, jrg. 55 (1891), p. 504-534

Meynsma was de eerste die in Nederland aandacht besteedde aan Omar Khayyáms rubáiyát, mede naar aanleiding van de Duitse vertaling van Bodenstedt en de Engelse versie van FitzGerald. Na een inleiding over de literaire achtergronden van de Perzische poëzie, gaat Meynsma uitgebreid op beide versies in en vergelijkt ze met elkaar.

‘Hear from the higher world thy destiny’

‘Hear from the higher world thy destiny’. Harrie G.M. Prick
In: Maatstaf, 41 (1993) afl. 9, p. 1-16

Tweede van drie artikelen over Van Deyssel, Wildermuth en hun vriendschap, met als rode draad door het verhaal de wederwaardigheden met betrekking tot Wildermuth’s essay over Khayyam.

‘The only friend I have ever had’

The only friend I have ever had‘. Harry G.M. Prick
In: Maatstaf, 42 (1994) afl. 1, p. 8-26

Drie van drie artikelen over Van Deyssel, Wildermuth en hun vriendschap, met als rode draad door het verhaal de wederwaardigheden met betrekking tot Wildermuth’s essay over Khayyam.

Perzische kwatrijnen over leven, liefde en de dood

Perzische kwatrijnen over leven, liefde en de dood. Bram Hulzebos
In: Nieuwsblad van het Noorden, 7 feb. 1995

Oud-hoogleraar Huisartsgeneeskunde Geert Bremer vertaalde en bundelde werk van de Perzische dichter Omar Khayyam, wiens kwatrijnen in Nederland eigenlijk alleen bekend zijn van rouwadvertenties.

Een afscheid

Een afscheid. Johan van Schagen
In: Boekenwereld, jrg. 13 (1997), nr. 3 (mrt.), p. 146-148

Van Schagen blikt weemoedig terug op zijn vertaalwerk en vraagt zich af wat de westerse mens toch zo aantrekt in de rubáiyát van Omar Khayyám.

Omar Khayam

Omar Khayam. Guus Luijters
In: Het Parool, 4-4-1997

Kort artikel over Omar Khayam, met daaraan verbonden een prijsvraag: Wie was de eerste Europese vertaler van de Rubaiyat in Europa?

Levenskunst van Omar Khayyám

Levenskunst van Omar Khayyám. Willem Kuipers
In: Volkskrant, 11-4-1997

Bespreking naar aanleiding van het verschijnen van de vertaling van W. Blok (1997)

Khayyam

Khayyam. Nicolaas Matsier
In: Trouw, 23 mei 1998 – Letter & Geest, p. 19

In zijn kanselrede over Jesaja stuitte schrijver Nicolaas Matsier op overeenkomsten tussen de oudtestamentische profeet en de Perzische dichter Omar Khayyam. “Men hoont mij om mijn scheve makelij, wat! beefde dan de hand van die mij maakte?”
Ook opgenomen in de bundel “Scherf onder aarden scherven : Jesaja 45: 9-10”. (Zoetermeer, 2001)

De luie kater van de Perzische poëzie

De luie kater van de Perzische poëzie. Tentoonstelling over Omar Khayyam in de universiteitsbibliotheek. Wilfred Simons
In: Leidsch Dagblad, 21-11-2001

De Perzische dichter Omar Khayyam is een goudmijn voor vertalers. Zijn weemoedige gedichten, omstreeks het jaar 1100 geschreven in het Perzisch, zijn in negen eeuwen duizenden keren vertaald. Doorgaans erg vrij, zo blijkt uit een tentoonstelling over zijn werk in de Leidsche UB. Niet voor niets heet een beroemde vertaling van Edward FitzGerald ‘een meesterwerk van Victoriaanse poëzie’ – en niet van Perzische.