Tot nu toe is het verhaal van een tweede Duitse Gesellschaft echter onbekend. Ze werd in 1949 in Osnabrück opgericht door Th.F.K. Krohm (1906-1978). Terwijl de Tübinger Gesellschaft bekend werd door de vertalingen en studies van Rempis, bleef de club uit Osnabrück ondanks haar ambitieuze naam: die Omar Khayyam-Gesellschaft zur Pflege iranischer Literatur (OKG) onder de radar. Doordat een groot aantal documenten ter beschikking kwam, voortkomend uit het onderzoek dat Krohm had gedaan naar de rubáiyát van Omar Khayyám, was het mogelijk verder onderzoek naar de achtergronden van de twee Gesellschaften te doen. In deze uitgebreide en gedetailleerde studie beschrijft Meijer het ontstaan, de activiteiten en het einde van beide clubs, waarbij ook de contacten tussen Rempis en Krohm worden belicht.
Het algemeen aanvaarde verhaal van het gedwongen einde van Rempis’ Gesellschaft door de nazi’s, zoals dat door Sol Gittleman in zijn proefschrift werd verteld, moet worden herzien. De documenten tonen aan dat de Gesellschaft tot 1940 heeft bestaan en dat in sommige nazi-kringen de filosofie van Omar Khayyám nuttig werd geacht voor hun propaganda. In zijn artikel geeft Meijer er een aantal voorbeelden van. Het materiaal uit het archief van Krohm, afkomstig van August Buck, bibliofiel, wonende in Osnabrück (1902-1977), onthulde niet alleen een tot dan toe ongepubliceerde Duitse vertaling door een dame, Dorothea Pannenborg, ze boden ook inzicht in het reilen en zeilen van Krohms Gesellschaft. Een andere ‘onbekende’ vertaling was die van Ulrich Sander (1932).
In tegenstelling tot de DCG van Rempis was Krohm’s Gesellschaft bedoeld als een club om samen te komen, te discussiëren en Khayyám’s werk en impact te bestuderen. Een van zijn drijfveren was de behoefte aan een nieuwe wereldbeschouwing na de verwoestende jaren van de Tweede Wereldoorlog. Een ander plan was een “WELT-OMAR-KHAYYAM-AUSGABE” die in Iran of de USA zou moeten verschijnen.
Persoonlijke omstandigheden, gebrek aan academische status en veranderde belangstelling droegen bij aan het einde van de OKG. Ondanks de ambities en ideeën die Krohm in geschriften en lezingen had vastgelegd, is het nooit tot publicaties in boeken of artikelen gekomen. Hoewel de OKG een stille dood stierf en nauwelijks een spoor van zijn bestaan achterliet, maakt haar geschiedenis deel uit van het voort durende grotere verhaal over de impact en receptie van Khayyám’s rubáiyát.
[1] Zwei deutsche Chajjam-Gesellschaften und ihre Gründer. Eine Spurensuche. MEIJER, Wilfried W. Persica, Vol. 28, 2023-2024. P. 59-127.
DOI: 10.2143/PERS.28.0.3293431