Het stille feest

Het stille feest. Joh. Weiland
In: Rekenschap, (1959), nr. 4, p. 178-187

Weiland beschrijft aan de hand van FitzGeralds vertalingen de bronnen van de rubáiyát, de discussies over de interpretatie daarvan en bespreekt de vertaling van FitzGerald zelf, voorzien van eigen vertalingen.

Omars eeuwenoude wijsheid van de wijn

Omars eeuwenoude wijsheid van de wijn. Victor Vinosous
In: Wijn: tijdschrift voor liefhebbers van de wijn, (1961), juni, p. 12-13

Bespreking van de Wereld-bibliotheek uitgave van de vertaling van J. Weiland

Rubaiyat

Rubaiyat. Pr.
In: Mens en kosmos, 1966, afl. 2, p. 62-63

Bespreking van: Rubaiyat, Omar Khayyam. Metrisch vertaald door J.A. Voorn, 1966

Vertaling als hulpmiddel

Vertaling als hulpmiddel. M. Weststrate
In: Firapeel, jrg. 11 (1967) nov. (1), p. 37-40

Over het vertalen van literatuur en poëzie in het algemeen en van de Rubaiyat in het bijzonder, toegelicht aan de hand van vertalingen van drie kwatrijnen van FitzGerald door Aleida G. Schot.

Willem de Mérode en Omar Khayyam

Willem de Mérode en Omar Khayyam. Gerda Weekhout-Zijderveld
In: Woordwerk, jrg. 5 (1987), nr. 19, p. 75-79

Hoe kwam De Mérode ertoe zich met Omar Khayyám bezig te houden? De inhoud van zijn gedichten kwam toch niet overeen met zijn christelijke levensvisie? Gerda Weekhout probeert een antwoord op deze vragen te vinden.

Goud uit lood

Goud uit lood. Dolf Verspoor
In: Vrij Nederland, 25 juli 1992

Over de vertaling van de Rubáiyát door J.H. Leopold.

‘That fuller understanding, each to each’

‘That fuller understanding, each to each’. Harrie G.M. Prick
In: Maatstaf, 40 (1992) nr. 10, p. 48-65

Prick gaat na hoe de kennismaking verliep tussen Van Deyssel en Wildermuth en hun onderlinge verhouding, tegen de achtergrond van Wildermuth’s wens om met Boutens kennis te maken, vanwege diens rubáiyát-vertaling. Eerste van een drietal artikelen over dit onderwerp, waarin ook een essay van Wildermuth ‘On Omar Khayyam’ aan de orde komt.

Leven en levenshouding van Omar Khayyam

Leven en levenshouding van Omar Khayyam. Johan van Schagen
In: Madoc, jrg. 7 (1993), nr. 4 (dec.), p.236-244

Bijdrage over Khayyám, over het culturele en filosofische klimaat in zijn tijd, over FitzGeralds vertaling en over de interpretatie van de rubáiyát.

Omar Chajjam van Nischapoer en zijne plaats in de Perzische literatuur

Omar Chajjam van Nischapoer en zijne plaats in de Perzische literatuur. Oege Meynsma
In: De Gids, jrg. 55 (1891), p. 504-534

Meynsma was de eerste die in Nederland aandacht besteedde aan Omar Khayyáms rubáiyát, mede naar aanleiding van de Duitse vertaling van Bodenstedt en de Engelse versie van FitzGerald. Na een inleiding over de literaire achtergronden van de Perzische poëzie, gaat Meynsma uitgebreid op beide versies in en vergelijkt ze met elkaar.

‘Hear from the higher world thy destiny’

‘Hear from the higher world thy destiny’. Harrie G.M. Prick
In: Maatstaf, 41 (1993) afl. 9, p. 1-16

Tweede van drie artikelen over Van Deyssel, Wildermuth en hun vriendschap, met als rode draad door het verhaal de wederwaardigheden met betrekking tot Wildermuth’s essay over Khayyam.