Uit de eerste klei der aarde werd de laatste mensch gekneed …

In een artikel “Over het Erkennen van de Verantwoordelijkheid voor ons Doen en Laten door J.L.A. Ledeboer (Indisch maçonniek tijdschrift, jrg 38, 1932-1933, 01-10-1932), wordt een vers geciteerd:

Uit de eerste klei der aarde werd de laatste mensch gekneed …
„en op den eerste morgen der Schepping werd geschreven, wat
„op den laatsten dag der vergelding zal worden gelezen.”

(Vertaler niet genoemd, Ledeboer zelf?)

Het zelfde kwatrijn, maar dan met vier regels komt ook voor in een artikel “De Ondergang van het determinisme”, door A. Eddington in Wetenschappelijke bladen, 1932 (3e deel) [volgno 2]

“Uit de eerste klei der aarde werd de laatste mensch ge-
kneed en het zaad gezaaid voor den laatsten oogst, en op
den eersten morgen der Schepping werd geschreven, wat op
den laatsten dag der vergelding zal worden gelezen.”

(Ook hier geen naam, maar het artikel is een vertaling van: „NATURE”, LONDON, 13 FEBRUARI 1932, No. 3250. Rede in de Mathematical Association, van 4 Jan. 1932.)

“De hemel is het visioen van het vervuld verlangen …

Een half citaat, in In een Oosterschen rozentuin, door Inayat Khan (Deventer, Kluwer, 1932. Vertaling door I. Boudier-Bakker) , als volgt:

“De hemel is het visioen van het vervuld verlangen; de hel is de afschaduwing van een ziel in het vuur” (p. 111)

Verderop luidt het citaat echter:

“De hemel van den mensch is het visioen van vervulde wenschen, en zijn hel is de afschaduwing van een ziel in ’t vagevuur”. (p. 181)

Nog verder wordt het volgende Omar in de mond gelegd:

“Als ik zoek naar geluk, schijnen op dat moment vreugde en behagelijkheid ons heil te zijn, maar het einde van alles is stof”. (p. 215)