The case of Umar-i Khayyám

The case of Umar-i Khayyám
In: J.T.P. de Bruijn (1997) Persian Sufi poetry. An introduction to the mystical use of classical Persian poems. – Richmond: Curzon (Curzon Sufi series). Pp. 9-13

Na een kort historisch overzicht m.b.t. Khayyam als verondersteld dichter van de rubaiyat, komt de vraag aan de orde of Khayyam’s rubaiyat een mystieke betekenis hebben.

Omar Khayam

Omar Khayam. J.H. Leopold
In: De Nederlandsche Spectator, 1906, nr. 11, p. 401–405

Beschouwing over Khayyám, onder andere naar aanleiding van Life if Omar al-Khayyámi, een  levensbeschrijving door J.K.M. Shirazi, over het wezen en de betekenis van zijn werk en zijn kwatrijnen.

De luie kater van de Perzische poëzie

De luie kater van de Perzische poëzie. Tentoonstelling over Omar Khayyam in de universiteitsbibliotheek. Wilfred Simons
In: Leidsch Dagblad, 21-11-2001

De Perzische dichter Omar Khayyam is een goudmijn voor vertalers. Zijn weemoedige gedichten, omstreeks het jaar 1100 geschreven in het Perzisch, zijn in negen eeuwen duizenden keren vertaald. Doorgaans erg vrij, zo blijkt uit een tentoonstelling over zijn werk in de Leidsche UB. Niet voor niets heet een beroemde vertaling van Edward FitzGerald ‘een meesterwerk van Victoriaanse poëzie’ – en niet van Perzische.

De Perzische muze in de polder

De Perzische muze in de polder. De receptie van de Perzische poëzie in de Nederlandse literatuur. Redactie Marco Goud en Asghar Seyed-Gohrab. Amsterdam, Rozenberg Publishers, 2006. Met lit. opg. 199 p. ISBN 90-5170-696-0.
Verslag van het gelijknamige symposium dat op 27 mei 2005 werd gehouden in Leiden.

Abstract
Het boek is een poging om de receptie van de Perzische literatuur in Nederland in kaart te brengen. Het brengt verslag uit van het symposium De Perzische muze in de polder. De aandacht is vooral gericht op de twintigste-eeuwse ederlandse receptie van de klassieke Perzische poëzie.
Inhoud

– De Perzische muze in de polder. J.T.P. de Bruijn
– Wie was ‘Hocéÿne-Âzad’? J.T.P. de Bruijn
– De Perzische kwatrijnen van Jan Spierdijk. Gabrielle van den Berg
– Honger naar kwatrijnen. Marco Goud
– Bittere zekerheid. Dick van Halsema
– “Gelukkige oriëntalist, die dit alles verstaat”. Pierre Kemps gedicht ‘Oosters’ (1954) en zijn Perzische suite (1959) voor E.F. Tijdens. Wiel Kusters
– Omaritis in de polder. Jos Biegstraaten
– Tabel 1: Vertalingen naar ‘La Roseraie du Savoir’ door J.H. Leopold, P.C. Boutens en L.Th. Lehmann
– Tabel 2: P.C. Boutens’ ‘Oud-Perzische kwatrijnen’ en ‘La Roseraie du Savoir’.