“Soms denk ik: nergens bloeit de roos zo rood

Aleida G. Schot vertaalde drie kwatrijnen van FitzGerald, de nummers 15, 24 en 48 (1868). Van het derde kwatrijn gaf ze twee varianten.

“Soms denk ik: nergens bloeit de roos zo rood

De voorbeelden dienen ter onderbouwing van de stelling in een artikel van M. Weststrate dat de enig juiste houding van de vertaler er een is “van een volstrekte nauwkeurigheid ten opzichte van de tekst, die in wezen hoogachting voor het werk van de schrijver betekent.”
(Bron: M. Weststrate. ‘Vertaling als hulpmiddel’. In: Firapeel, nr. 1, november 1967, pp. 37-40)

Vertaling als hulpmiddel

Vertaling als hulpmiddel. M. Weststrate
In: Firapeel, jrg. 11 (1967) nov. (1), p. 37-40

Over het vertalen van literatuur en poëzie in het algemeen en van de Rubaiyat in het bijzonder, toegelicht aan de hand van vertalingen van drie kwatrijnen van FitzGerald door Aleida G. Schot.