“’t Al is een dambord, beurt’lings dag en nacht.
Wij zijn de stenen in des noodlots macht;
Men schuift met ons, maakt dam en slaat,
Tot stuk voor stuk elk in de doos weer gaat.”
“’t Al is een dambord, beurt’lings dag en nacht.
Wij zijn de stenen in des noodlots macht;
Men schuift met ons, maakt dam en slaat,
Tot stuk voor stuk elk in de doos weer gaat.”