Tentmaker, zie, uw lichaam is een tent,
den Sultan ziel tot kort logement.
De vorst vertrekt; straks vouwt het linnen op
de dood en geen, die nog de standplaats kent.
Archieven
FitzGerald, E.
The Moving Finger writes, and having writ
Moves on; not all thy Piety nor wit
Shall lure it back to cancel half a line
Nor all thy tears wash out one World of it.
FitzGerald, E.
“The Moving Finger writes, and having writ
Moves on; not all thy Piety nor wit
Shall lure it back to cancel half a line
Nor all thy tears wash out one World of it.”
FitzGerald, E.
And when like her, oh Sáki, you shall pass
among the guests, star-scattered on the grass,
and in your joyous errand reach the spot
where I made one – turn down an empty glass!
Mérode, W. de
Gij wordt geboren: het bekommert geen.
Gij sterft verloren: het bekommert geen.
Het golven van den grooten oceaan
Breekt niet door ’t zinken van een kiezelsteen.
Leopold, J.H.
Ons blijven is vervuld van harteleed,
van raadselen, waarvan geen wijze weet
het in of uit, en evenwel ons scheiden
is aarzelend en nimmermeer gereed.
Het eenzaam zijn wordt mij zo nooit teveel –
Het eenzaam zijn wordt mij zo nooit teveel –
Het trage schrijden van mijn reiskameel
schikt door zijn ritme woorden tot kwatrijnen …
Zon, maan en sterren hebben ook hun deel.
Door Theo Wieringa
In: In ’t voetspoor van Omar Khayyam. 27 kwatrijnen. Uitgave in eigen beheer, 1994
Rubáiyát of Omar Khayyám
Rubáiyát of Omar Khayyám. Translated into English verse by Edward FitzGerald. Introduced by Jos Biegstraaten. Illustrations by Ronald Balfour. Zuilichem, The Catharijne Press, 1994.
43 p.; 6,5 cm.
Met vijf zwart-wit tekeningen, en één ingeplakte illustratie (frontispice) in zwart-wit-rood.
– ‘Opdracht’
– ‘Introduction’, p. i-ix
– ‘Tekst’, p. 1-43
‘The only friend I have ever had’
‘The only friend I have ever had‘. Harry G.M. Prick
In: Maatstaf, 42 (1994) afl. 1, p. 8-26
Drie van drie artikelen over Van Deyssel, Wildermuth en hun vriendschap, met als rode draad door het verhaal de wederwaardigheden met betrekking tot Wildermuth’s essay over Khayyam.
In een verlaten huis vieren wij feest
In een verlaten huis vieren wij feest. Vijfenveertig kwatrijnen van Omar Khayyam vertaald uit het Engels door Geert Bremer. – Bedum : Exponent, 1994. – 24 p.; 25 cm.
Bevat “Edward FitzGerald. Rubáiyát of Omar Khayyám. The first edition, 1859”, zijnde de Engelse tekst van de vertaalde kwatrijnen.
De tekst van In een verlaten huis vieren wij feest is door Menno Wielenga met de hand gezet en op de handpers afgedrukt. De oplage telt 195 exemplaren, waarvan 45 stuks zijn gebonden, voorzien van een sjabloonprent van de hand van Menno Wielenga en genummerd en gesigneerd door Geert Bremer. De niet-gebonden exemplaren zijn ongenummerd uitgebracht.

