The (general di-)rector’s rubaiyat

The (general di-)rector’s rubaiyat

Hark! for the message cometh from the King!
To distant Sealand he will spread his wing.
Lost sheep, his Liemers’ flock, he leaves behind.
New victims to a calculating fling?

And we, that now make merry in the room
he left, and April dresses in new bloom,
Ourselves must we beneath the Liemers earth
descend – ourselves to make a couch – for whom?

And those who husbanded his rule in vain
And those who flung their axes at his reign
Lament his imminent departure so
Not knowing what the New will bring in again.

With him the Seed of wisdom did we sow,
Labouring like hell, we forced it to grow:
And it was quite a Harvest that we reapéd –
Surfing the wind, to the water he’ll go.

With Omar Khayyam’s book beneath a tree,
With mussels and a jug of wine sits he,
Of days gone by he dreams in far Holly,
as rules by Jack in Subenhare we pine.

Auteur onbekend
Bij zijn afscheid als rector van het Liemers College in Zevenaar, in 1992, was het informatieblad van het college met allerlei bijdragen aan het vertrek van Jos Biegstraaten gewijd. Een van de auteurs (zijn bijdrage bleef anoniem) schreef bovenstaande parodie.

Omar Khayyam. Book of pots

Omar Khayyam. Book of pots. Hardenberg, Watersnip Pers, 1992.
40 p., ill., 19 cm.

Bevat negen kwatrijnen. Linnen band, handgeschept Hollands normaal.

Colofon
“The Rubaiyat of Omar Khayyam as translated in English verse byEdward FitzGerald is set and binding with hand in the Roos type by The Watersnip press private press Akkermunt 18 7772 LB Hardenberg The Netherlands. Limited edition of 20 numbered copies.”

Goud uit lood

Goud uit lood. Dolf Verspoor
In: Vrij Nederland, 25 juli 1992

Over de vertaling van de Rubáiyát door J.H. Leopold.

‘That fuller understanding, each to each’

‘That fuller understanding, each to each’. Harrie G.M. Prick
In: Maatstaf, 40 (1992) nr. 10, p. 48-65

Prick gaat na hoe de kennismaking verliep tussen Van Deyssel en Wildermuth en hun onderlinge verhouding, tegen de achtergrond van Wildermuth’s wens om met Boutens kennis te maken, vanwege diens rubáiyát-vertaling. Eerste van een drietal artikelen over dit onderwerp, waarin ook een essay van Wildermuth ‘On Omar Khayyam’ aan de orde komt.

Omar Khayyam. Rubaiyat

Omar Khayyam. Rubaiyat. In de vertalingen van Edward FitzGerald & Theo van Raalte. Met een verantwoording van Johan van Schagen. – Woubrugge : Avalon Pers, 1992. – 74 p.; 21 cm.

De Rubaiyat van Omar Khayyam, in de vertalingen van Edward FitzGerald en Theo van Raalte, werd gezet uit de Garamond en gedrukt op Zerkall-Bütten door de Avalon Pers te Woubrugge. Het typen en gieten van de letter werd verzorgd door J.C. Knijnenburg en H. Saveur. Het frontispice bij de nummers 1-100 is gemaakt door Frans de Jong, de ets bij de nummers 101-175 is vervaardigd door Theo Forrer. De oplage bedraagt 175 exemplaren en kwam gereed in januauri 1992.