Een robot sluipt besmuikt mijn deken in
En Algol doolt door mijn verwarde zin
Op welk bestek zal ik de richting kiezen
Die leidt de weg naar het begeerd begin?
Draconisch licht, o beeldscherm altijd wakker
En dwingend ook, Hoe menig droombeeld brak er
Waarna de wanhoop leidde tot de roep
Vervloekte chip! Sterf, digitale stakker!
Computer aided struikelt voort mijn streven
Uit duister krocht gedreven naar een leven
Dat zwichtte voor de lokroep van de toets
Waarvan de trotse tucht mijn hart doet beven
Daar zijn er die aan automaten hangen
Van informatiekoorts bedwelmd, bevangen
Maar ik verzaak en zoek het zonnig licht
Dat naar een chiploos Eden doet verlangen
Door Jac. Uitdewijck
Bron onbekend