„Dit is een wereld waarop niemand vertrouwen kan. Een oogenblik slechts duurt het leven, niet langer dan het ooglid noodig heeft om te vallen op de wang. Wat zoekt gij hier, wat wilt ge? Het lot is een bedrieger en staat het u niet bij, dan is geluk noch in deze wereld noch in de komende te vinden.”
In Wetenschappelijke bladen, 1931 (2e deel) [volgno. 2] wordt dit kwatrijn aangehaald in een artikel ‘De dichter en zijn land’, door Eugenia Kielland.