Leo Polak verzorgde in 1937 een cursus voor de Radio-Volksuniversiteit onder de titel ‘Noodlot en vrije wil’. Daarin kwam Omar Khayyám ter sprake, met een door Polak vertaald kwatrijn:
’t Al is een dambord, beurtelings dag en nacht,
Wij zijn de stenen in des Noodlots Macht,
Het schuift ons heen en weer, maakt dam en slaat –
Tot stuk voor stuk elk in de doos weer gaat.
(Verspreide Geschriften, deel 1. Amsterdam, 1947)