Boutens, P.C.

Een pottebakker zag ik aan zijn wiel,
Die ’t leem mishandelde met vuist en hiel.
Daar zuchtte ’t weerloos stof: Hanteer mij lichter.
Ook ik was mensch eer ik hiertoe verviel.

Boutens, P.C.

Een pottebakker zag ik aan zijn wiel,
Die ’t leem mishandelde met vuist en hiel.
Daar zuchtte ’t weerloos stof: Hanteer mij lichter.
Ook ik was mensch eer ik hiertoe verviel.

Boutens, P.C.

Als Hij u noodt dat ge aan Zijn tafel eet,
Dan wisselt gij uw wezen als een kleed.
Eén teug oneindigheid uit Zijne handen
Maakt dat gij al wat leeft en stierf, vergeet.

Boutens, P.C.

Stel ’t leven éen voortdurend feest – en dan?
De laatste dag breekt eindlijk aan – en dan?
Stel uw geluk op volle honderd jaren,
En nog eens honderd jaar daartoe – en dan?