„Een Boek met Verzen onder de twijgen, een kan
Wijn, een versch gebakken brood — en Gij naast mij
zittende in de Wildernis — O, Woestenij, dan waart
gij mij een Paradijs!”.
Tot nu toe (zomer 2020) is de oudst bekende vertaling van Khayyám in Nederlands te vinden in een studie ‘De geheime leer der godsdiensten en wijsgeerige stelsels van Indië’, (Amsterdam, [ca. 1909]) door J. Boisson de la Rivière.
Het werk behelst een aantal lessen waarvan de achtste les het ‘Sufiïsme’ behandelt (p. 202-236). Daarin komt Omar Khayyam uitgebreid ter sprake in de context van de “Mystieken”. Drieëntwintig kwatrijnen illustreren het betoog.