Een ‘Delfts’ Pottenboek

Delftsche studenten-almanak voor het jaar 1949

Al bladerend door de resultaten van een zoekopdracht in Delpher trof ik bovenstaand gedicht aan. De zoekterm was “rubaiyat”, die voorkwam in de noot bij het gedicht. De aangetroffen tekst deed niet direct een bel rinkelen, maar ik vroeg me wel af wat de verwijzing ‘Vrij naar: „ Rubáiyát” – Omar Khayyám.’ te betekenen had.

Bij lezing werd dat al snel duidelijk. De typografische lay-out van de tekst is ietwat misleidend, maar de tekst zelf laat geen twijfel. Het is een ‘pastiche’, ‘parafrase’ or whatever van het Pottenboek, ofwel “Kuza Nama” in de Engelse vertaling van FitzGerald. Het is een fraai gedicht, eenvoudig van rijm en ritme en met mooie wendingen zoals in het laatste kwatrijn. Er zijn veel parodieën en andere spielereien op de rubáiyát gemaakt, maar dit moet van iemand afkomstig zijn voor wie Khayyám meer dan een studentikoze hype was.

Ons vers telt zeven kwatrijnen waar de Engelse versie van het Pottenboek uit 1859 er acht telt en de versie uit 1879 zelfs negen. Het titelloze gedicht staat in de rubriek Mengelwerk, p. 352 e.v.

De vraag is natuurlijk wie de dichter is.

Delftsche studenten-almanak voor het jaar … Geraadpleegd op Delpher op 20-10-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMAD01:000178001:00001