In een boek De Strijder, treurspel van een eenvoudig leven , Marie Corelli (Amsterdam, Veen, ca. 1912. Vertaling van J.P. Wesselink-van Rossum) wordt het volgende kwatrijn gegeven:
“Almachtige Pottebakker op wiens blauwe wiel
De wereld wordt gevormd en ook vernietigd
Waarom is voor het menschenras de Hemel zoo wreed
Waarin, O Wiel, heb ik U beledigd?”