(Johan) A. Vooren werd geboren op 28 mei 1905 en overleed in 1990. Tijdens zijn studie aan de Rijksnormaalschool in Rotterdam was hij bevriend met Vanaf 1927 verbleef hij enige jaren in Nederlands-Indië. Na zijn terugkeer was hij onderwijzer, in 1953 in Rotterdam. Hij correspondeerde o.a. Simon Vinkenoog, Lucebert, Gerrit Achterberg en met Johan van Schagen.
Vooren publiceerde een eerste reeks vertalingen van in totaal 313 kwatrijnen in 1955 bij Van der Peet in Amsterdam. Een tweede reeks, van 627 kwatrijnen, verscheen in 1966 bij Kluwer in Deventer. Twee reeksen van acht, respectievelijk negen kwatrijnen waren opgenomen in 1957 in het tijdschrift De Nieuwe Stem. In 1966 verscheen nog een reeks van tweeëntwintig kwatrijnen in het maart-april nummer van Mensch en Kosmos, een selectie uit verschillende bronnen.
Vooren was een van de weinige Nederlandse Khayyám-vertalers die zich voor hun werk baseerden op verschillende bronnen: niet alleen FitzGerald maar ook Heron-Allen, Whinfield en vele anderen.

Cover luxe uitgave
Omar Khayyam. Rubaiyat. Metrisch vertaald door J.A. Vooren met een inleiding van L.Th . Lehmann. Amsterdam, Van der Peet, 1955. viii, 121 p.
INHOUD
Inleiding (p. v)
Kwatrijnen ontleend aan het Bodleian-manuscript (p. 1)
Kwatrijnen naar de parafrase van FitzGerald (p. 37)
Kwatrijnen ontleend aan andere bronnen (p. 59)
Lijst van vreemde namen en begrippen (p. 93)
Nederlandse Rubaiyat-vertalingen (p. 103)
Uit het Colophon:
Naast de gewone oplage werden honderd exemplaren gedrukt op Boston Tekst vergé van C.G.A. Corvey N.V. te Amsterdam en gebonden in half perkament. Deze zijn genummerd van I-V (niet in de handel), en van 6-100.
In het laatste hoofdstuk bespreekt Vooren een aantal Nederlandse vertalingen en vergelijkt hij enkele kwatrijnen van J.H. Leopold, P.C. Boutens en W. de Mérode met elkaar. Het bevat verder summiere aanwijzingen over de bronnen van de kwatrijnen in de derde reeks.
Omar Khayyâm. Rubaiyat. Metrisch vertaald door J.A. Vooren. Met een inleiding van E.F. Tijdens. Tweede, herziene en vermeerderde druk. Deventer, Kluwer, 1966. xviii, 212 p.
INHOUD
76 kwatrijnen naar de vertaling van het Cambridge-manuscript (p. 1)
158 kwatrijnen naar de vertaling van het Bodleian-manuscript (p. 19)
116 kwatrijnen naar de parafrase van Edw. FitzGerald (p. 53)
58 kwatrijnen naar de vertaling van E.H. Whinfield (p. 79)
120 kwatrijnen naar de parafrase van Richard le Gallienne (p. 93)
28 kwatrijnen naar de vertaling van C.H. Rempis (p. 119)
7 kwatrijnen naar de vertaling van Friedrich Rosen (p. 127)
28 kwatrijnen naar vertalingen van H.G. Preconi, C.J. Pickering, F. Toussaint, J. von Hammers Purgstall, Claude Field, John Pollen, E.B. Cowell, Horace A. Thorner, A. Christensen en een onbekende bron (p. 131)
Ter verantwoording enige aantekeningen (p. 139)
Nederlandse vertalingen van de Rubaiyat (p. 157)
Verklarende woordenlijst (p. 177)
Alfabetisch register op de kwatrijnen [met verwijzing naar de vertalingen] (p. 193)
Voorafgaand aan Tijdens inleiding:
Aan ’t Groene Zwijgen zocht ge als ik
te ontwringen het Geheim en mocht ge als ik
’t gesternte peilen en de tijden meten
en tevergeefs hebt gij gezocht als ik.
OMAR KHAYYÁM V:25-2‘Niets is waar’
OMAR KHAYYÁM XIII-21
Behalve dat Vooren voor deze uitgave meer bronnen aanboorde, gaf hij voor bijna alle vertalingen de nummers van de corresponderende kwatrijnen in deze bronnen. Alleen de laatste serie van 28 kwatrijnen naar vertalingen van negen andere vertalers en een onbekende bron, is niet genummerd. Verder bevat de bundel een inleiding door , een verantwoording met enige aantekeningen, een overzicht van Nederlandse vertalingen, een verklarende woordenlijst en een alfabetische register op de beginregels van de vertaalde kwatrijnen met een vermelding van de bron waaraan de vertaling ontleend is.
De rubáiyát
Jos Biegstraaten schrijft in De Boekenwereld (maart 1997) dat Vooren in de Tweede Wereldoorlog kennis maakte met de rubáiyát “in een troosteloos Jappenkamp bij Singapore dat bij alle ellende één lichtpuntje had, een voortreffelijke Engelse bibliotheek. Hier begon Vooren met studeren en vertalen. Hij bleef daarmee bezig tot ongeveer tien jaar voor zijn dood, toen zijn gezichtsvermogen te zeer was teruggelopen.”
Naast de twee gepubliceerde bundels verscheen een selectie van acht, respectievelijk negen kwatrijnen, vertaald naar Richard le Gallienne, in twee afleveringen van het tijdschrift , in maart en juni 1957. In waren nog eens 22 kwatrijnen gepubliceerd, voorafgaand aan de bundel uit 1966, met de vermelding: “Uit een binnenkort te verschijnen verzameling bij Uitgever dezes.”
In een particuliere collectie bevindt zich een van 28 pagina’s met op elke pagina 8 kwatrijnen. De titelpagina vermeldt het volgende:
Rubaiyat van Omar Khayyam | ontleend aan het Bodleyan manuscript en niet voorkomende in het Chester Beatty manuscript naar | naar de Engelse vertaling van Arthur (sic) Heron-Allen | in het Nederlands nagedicht door | Joh. A. Vooren
Verder bevat dit typoscript een exlibris met het jaartal 1956.
Tenslotte komen er 48 kwatrijnen voor in een variorum editie, samengesteld door Mohsen Ramezani en uitgegeven door Padideh, onder de titel Rubaiyat of Omar Khayyam in 30 languages, (Teheran, 1987).
Een bloemlezing?
In een brief aan Van Schagen doet Vooren begin 1956 een voorstel (in kwatrijn-vorm!) voor een soort jubileum-uitgave: het moet een bloemlezing worden uit alle tot dan toe bekende vertalingen van de rubáiyát. Van Schagen reageert daarop in een brief van 14 februari 1956 met een aantal vragen en suggesties. Een aantal vertalers/dichters zou de beste vertaling van elk van de 75 kwatrijnen uit FitzGeralds vertaling moeten selecteren. Een uitgever moet er dan “een schone jubileum uitgave van maken”. Zonder twijfel zou die jubileum uitgave in 1959 moeten verschijnen, honderd jaar na FitzGeralds beroemde eerste editie.
Een derde druk?
Biegstraaten schrijft ook dat Vooren een derde uitgave van zijn rubáiyát vertalingen in concept gereed gemaakt had, maar dat het daar door ziekte meer van gekomen is.
In een brief van 16 augustus 1976 aan de uitgever G.A. van Oorschot vraagt Vooren of deze een derde druk van zijn vertalingen in overweging wil nemen. De 2e druk is uitverkocht en Kluwer, de uitgever van die bundel, ziet er geen brood in. Vooren vindt een nieuwe druk noodzakelijk vanwege uitbreiding, verbetering en herziening, van verschillende zijden is hij geattendeerd op storende onvolkomenheden waarvan hij ernstig notitie genomen heeft. Het werk zou uitgebreid worden met onder meer informatie over Nederlandse vertalingen, een essay over Westeuropese vertalingen (Frans, Duits, Engels, Spaans en Italiaans) naast vertalingen daaruit, en een verhandeling over de studie van Ali Dashti. De kwatrijnen van Le Gallienne komen te vervallen, misschien omdat dit toch geen echte vertaling was. Vooren merkt zelf op dat zo’n werk natuurlijk geen bestseller wordt maar desondanks ziet Van Oorschot binnen zijn fonds helaas geen mogelijkheden.
Dat Vooren met Omar bezig bleef mogen we afleiden uit een brief aan Van Schagen in 1989. Vooren vraagt een boek terug dat Van Schagen van hem geleend had en dat hij nodig heeft. Het blijkt te gaan om een uitgave van de rubáiyát door . Waarvoor hij dit nodig heeft vermeldt hij niet maar Van Schagen suggereert dat hij toch weer aan het werk is met Omar, blijkbaar ondanks zijn teruglopend gezichtsvermogen. Vooren overlijdt niet lang daarna.
Publicaties over Voorens rubáiyát vertalingen
- Hans Warren. J.A. Vooren bezorgde vertaling van Khayyam’s kwatrijnen. Provinciale Zeeuwse Courant, 31-12-1955
- Anna Blaman. ‘De rubaiyat van Omar Khayyam’ (n a ν JA Vooren, Rubaiyat), Haagse Post, 8 december 1956
- E.F. Tijdens. Op zoek naar Omar’s stem. De Nieuwe Stem, jrg. 12, 1957
https://www.dbnl.org/tekst/_nie017195701_01/_nie017195701_01_0022.php - C. Vermeer. Poëziekroniek. Ontmoeting, jrg. 9, Oktober 1955-September 1956
https://www.dbnl.org/tekst/_ont003195501_01/_ont003195501_01_0083.php - O. N. (Noordenbos). De Rubaiyat van Omar Khayyâm. De Nieuwe Stem, jrg. 22, 1967
https://www.dbnl.org/tekst/_nie017196701_01/_nie017196701_01_0078.php - Pr. Rubaiyat, Omar Khayyam. Mensch en kosmos, jrg 23, 1967
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB16:003929001:00070 - Omar Khayyam, ‘Rubaiyat’. Provinciale Zeeuwse Courant. 28-1-1967
https://krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/1967-01-28/edition/0/page/15?query=%22j.a.%20vooren%22
– Uitgave 1955 –
In onderstaande tabellen worden voor de drie reeksen de corresponderende kwatrijnen vermeld, voor zover die achterhaald konden worden, wat vooral de derde reeks betreft. In de uitgave zijn de reeksen ongenummerd, in de tabellen hanteer ik een doorlopende nummering. Bijzonderheden worden bij de betreffende tabel vermeld.
– Uitgave 1966 –
In deze uitgave heeft elke reeks een eigen nummering. Om de zaak te vereenvoudigen zijn alle kwatrijnen achter elkaar doorgenummerd. Bijzonderheden worden bij de betreffende tabel vermeld.