“[…] We worden vóór ons komen niet gemist,
na ons vertrek zal het niet anders wezen.”
NRC, 15-4-2011
“[…] We worden vóór ons komen niet gemist,
na ons vertrek zal het niet anders wezen.”
NRC, 15-4-2011
Tentmaker, zie, uw lichaam is een tent,
den Sultan ziel tot kort logement.
De vorst vertrekt; straks vouwt het linnen op
de dood en geen, die nog de standplaats kent.
NRC, 5-12-1994
There was a Door to which I found no Key;
There was a Veil past which I could not see:
Some little Talk awhile of ME and THEE
There seem’d and then no more of THEE and ME.
NRC, 3-3-1997
Ons blijven is vervuld van harteleed,
van raadselen, waarvan geen wijze weet
het in of uit, en evenwel ons scheiden
is aarzelend en nimmermeer gereed.
NRC, 29-11-1991
Een lief gezicht spiegelend in waterblinken,
rozen en wijn, ik wil er in verzinken;
sinds mijn geboorte, nu en tot het eind
heb ik gedronken, drink en zal ik drinken.
Leeuwarder courant, 19-10-2022
Een lief gezicht spiegelend in waterblinken,
rozen en wijn, ik wil er in verzinken;
sinds mijn geboorte, nu en tot het eind
heb ik gedronken, drink en zal ik drinken.
NRC, 19-10-2022
Ons blijven is vervuld van harteleed,
van raadselen, waarvan geen wijze weet
het in of uit, en evenwel ons scheiden
is aarzelend en nimmermeer gereed.
NRC, 26-6-1992
Geen weet van waar verscheen, waarheen de vreemde karavaan
NRC, 7-3-1987
De wereld gaat en gaat, als lang na dezen
mijn roem verging, mijn kennis hooggeprezen.
Wij werden vóór ons komen niet gemist,
na ons vertrek zal het niet anders wezen.
Stichtse Courant, 22-8-1996
De wereld gaat en gaat, als lang na dezen
mijn roem verging, mijn kennis hooggeprezen.
Wij werden vóór ons komen niet gemist,
na ons vertrek zal het niet anders wezen.
Mensenlinq, 2020