Leopold, J.H.

Ons blijven is vervuld van harteleed,
van raadselen, waarvan geen wijze weet
het in of uit, en evenwel ons scheiden
is aarzelend en nimmermeer gereed.

NRC, 29-11-1991

Boutens, P.C.

Een pottebakker zag ik aan zijn wiel,
Die ’t leem mishandelde met vuist en hiel.
Daar zuchtte ’t weerloos stof: Hanteer mij lichter.
Ook ik was mensch eer ik hiertoe verviel.

NRC, 20-3-1978

Leopold, J.H.

Een lief gezicht spiegelend in waterblinken,
rozen en wijn, ik wil er in verzinken;
sinds mijn geboorte, nu en tot het eind
heb ik gedronken, drink en zal ik drinken. 

NRC, 19-10-2022

Jong, I. de

De greate Skaker set ús op it boerd,
en wy forskouwe nei’t syn hân ús stjûrt.
Wy wurde ien for ien nommen en slein
En gean wer yn de doaze, moarn of hjoed.

NRC, 29-8-2005

Leopold, J.H.

Ons blijven is vervuld van harteleed,
van raadselen, waarvan geen wijze weet
het in of uit, en evenwel ons scheiden
is aarzelend en nimmermeer gereed.

NRC, 26-6-1992

Onbekend

“’t Al is een dambord, beurt’lings dag en nacht.
Wij zijn de stenen in des noodlots macht;
Men schuift met ons, maakt dam en slaat,
Tot stuk voor stuk elk in de doos weer gaat.”

NRC, 9-1-1991

Schagen, J. van

Net kwamen we even uit het donker op,
Of ons vertrek is al weer aangevangen.

NRC, 3-11-2005

Bruijn, J.T.P. de

“De rondgang van ons komen en ons gaan
Daar vind je geen begin, geen einde aan.
De ware zin heeft niemand nog verstaan:
Vanwaar dit komen en waarheen dit gaan?”

NRC, 20-11-2021

Onbekend

Dit is het schaakbord van de nacht en dag
waarop het lot met levens spelen mag –
het stelt ons op, geeft schaak en mat
en legt dan ieder weder waar hij lag.

NRC, 31-10-2011

FitzGerald, E.

The Moving Finger writes, and having writ
Moves on; not all thy Piety nor wit
Shall lure it back to cancel half a line
Nor all thy tears wash out one World of it.

NRC, 16-7-1994