Startpagina | Over deze site | Contact
U bevindt zich hier: Startpagina » De Rubáiyát » De Arabische verzen

De Arabische verzen

Remi Hauman

Zowel Tritton als Jacob & Wiedemann maakten een kritische tekstuitgave van Omar Khayyams Arabische poëzie die uit slechts enkele fragmenten bestaat (1). De meeste fragmenten bestaan uit twee dubbelverzen, twee fragmenten uit drie dubbelverzen, en één uit vijf dubbelverzen. Aangezien sommige klassiek Arabische literatuur bedoeld is als een vorm van impressionisme zonder vast onderwerp kan men met een beetje fantasie deze letterlijke vertaling lezen als één lang gedicht.

De wereld, meer nog, zelfs de hoogste zeven en de hoogste hemel,
onderwerpen zich aan me als mijn geest tekeer gaat.
Ik onthoud mij van uitspattingen, zowel openlijk als in het geheim,
vroom neem ik mijn ‘'iftâr bij het verheerlijken van mijn Schepper.

Vele groepen weken af van de waarheid, ze werden gegidst naar
rechtgeleide paden door druppelende emanatie.
(2)
Want mijn rechtgeleid pad bestaat uit inzichten
opgericht als bruggen over de vallei van blindheid.

Wanneer mijn ziel zich tevreden stelt met het strikt noodzakelijke
dat hand en arm door hard werk verkregen hebben...
Welnu, dan ben ik veilig voor de loop van de gebeurtenissen,
Dus, O Lot, wees (gerust) mijn vijand of mijn helper.

Ik geef toe dat ik de twee Shi'râ heb genomen als huizen
en mijn ascendanten zijn boven de plaats van de twee Farqad.
(3)
Heeft de Barmhartige in Zijn wijsheid niet verordend dat
al het geluk terugkeert tot ongeluk?

Wanneer je wereld dichter bij (zijn einde) komt, (het) is een ramp.
Hoe verwonder ik me over dit dichtbijzijnde dat ver weg is.
Wanneer de optelsom van het leven het lot is,
dan is de toestand gelijk van elkeen die loopt of neerzit.

Een lange tijd ging ik door met te zoeken naar een broeder
die gaf om mijn vriendschap wanneer zijn vriend trouweloos was.
Hoe vaak had ik een vriend en een broeder die geen broeder was,
hoe vaak ruilde ik broeders om voor broeders!
En ik zei tegen mezelf, terwijl de zoektocht zwaar was:
bij God, zolang je leeft, maak van mensen geen vrienden.

Zijn de winden van de nachtelijke aanval nog steeds onbewogen,
of zijn de ogen voor hen gesloten door de slaap?
Zijn de hemellichamen verdwenen, of is hun omloop vertraagd,
zodat ze verward zijn, en verdwaald van de juiste weg?

Zijn de planeten gestopt op de reis,
zodat ze de bestemmingen niet bereiken?
In het hart van Bahrâm bonst de angst
en Kaywân is blind en bemant de uitkijkposten niet.
Daarom blijft het rijk van terreur voortbestaan, en worden de zonen
van de Turk opgevoed om te verlangen naar de verheven hemel.
(4)

Ik bereikte kennis eerder dan geleerde mannen
van bekwame aard en grote ambitie.
Een leidend licht drong binnen in mijn wijsheid
gedurende nachten van dwaling en diepe duisternis.
Zij die ontkennen willen het doven
maar God weigert, Hij vervolmaakt het slechts.

Indien het lot mij de keuze gaf
(te leven) volgens mijn geheime en ware gedachten,
Zou ik mijn ogen volgen opdat ik doordring
tot Uw verblijfplaats voor de rest van mijn leven.
(5)

Armoede dreef me niet naar U,
de onthechting van mijn ziel liet me niet neerkijken op armoede.
Want ik streef ernaar om geëerd te worden,
voor het karakter van een vrije geest, vervuld van grootsheid.

Deze Arabische dubbelverzen zijn in vele opzichten de tegenpolen van de Perzische kwatrijnen waardoor Khayyam wereldberoemd is. De Arabische zijn waarschijnlijk authentiek want ze werden overgeleverd door drie auteurs waaronder één getuige en tijdgenoot die schreef ongeveer 50 jaar na Khayyams dood. Het eerste omvangrijke manuscript met kwatrijnen daarentegen dateert van ongeveer 300 jaar na zijn dood, en binnen de verschillende grote manuscripten is het quasi onmogelijk om echte gedichten van valse te onderscheiden. De Arabische verzen vertonen kenmerken van een eigen stilisme (bv. actieve deelwoorden als rijm), waar in de kwatrijnen verschillende stijlen te vinden zijn. Ze worden ook duidelijk gedragen door een persoonlijkheid, terwijl de kwatrijnen zo conventioneel zijn qua thema en metaforiek dat ze enkel een discours of literaire mode weerspiegelen. Ze zijn moeilijk en gekunsteld geschreven, terwijl de kwatrijnen zich juist kenmerken door eenvoud en bondigheid.

Qua inhoud dragen de Arabische verzen sporen van een zekere religiositeit, al is vroomheid niet echt aan hem besteed. In de kwatrijnen, althans bij de gevestigde samenstellers, dienen religieuze begrippen enkel om zowel God als godsdienst te ridiculiseren en velen zijn onmiskenbaar anti-islamitisch. De auteur van de Arabische verzen beroept zich op zijn wetenschappelijk kunnen, terwijl de dichter van de kwatrijnen lacht met alle kennis en menselijk streven. De ene is verantwoordelijk, en de andere cultiveert de onbekommerdheid. Zo bekeken lijken deze verzen wel een soort van Arabische Dr Jekyll, en de Perzische Khayyam, hun Mr Hyde.

Toch zullen deze Arabische verzen nooit boeien als de kwatrijnen. Ze zijn de gekunstelde beslommeringen van een geleerde die weinigen inspireren of plezieren. De kwatrijnen daarentegen zijn zoals spreekwoorden en volkse gezegden, eenvoudig maar vol leven en vreugde. Ze geven gemeenplaatsen waarin mensen kunnen berusten ondanks een wereld waarin wreedheid en dwaasheid een constante zijn. Een wereld waarin sommige godsdiensten een grote morele en spirituele kracht hebben, maar nooit de onvolmaaktheid van de menselijke natuur kunnen veranderen, laat staan de hemel op aarde verwezenlijken. Een wereld waarin wetenschap wel steeds meer weet, en geneeskunde steeds meer kan, maar beiden nooit de wezenlijke vragen kunnen beantwoorden. En doodgaan doen we allen.

Drink wijn !