Startpagina | Over deze site | Contact
U bevindt zich hier: Startpagina » Actueel

De oudste vertaling ...

Tot nu toe wordt de vertaling van Chr. van Balen als de eerste Nederlandse gepubliceerde uitgave van de rubáiyát beschouwd. Zoals de ondertitel vermeldt, gaat het niet om een vertaling rechtstreeks uit het Perzisch, maar om een vertaling van de versie van Edward FitzGerald. Een iets oudere vertaling van een aantal kwatrijnen, in druk, dateert uit 1909 en is te vinden in een literatuurgeschiedenis door van P.A.M. Boele van Hensbroek. In zijn literatuurgeschiedenis Der wereld letterkunde, dl. I, (1909) vertaalde hij twee kwatrijnen uit de Engelse versie van Edward Heron-Allen.

Uit hetzelfde jaar 1909 stamt echter ook een vertaling van een reeks van drieëntwintig kwatrijnen van de hand van J. Boisson de la Rivière, in diens De geheime leer der godsdiensten en wijsgeerige stelsels van Indië (Amsterdam, z.j.) Het werk behelst een aantal lessen waarvan de achtste les het ‘Sufiïsme’ behandelt (p. 202-236). Daarin komt Omar Khayyam uitgebreid ter sprake in de context van de “Mystieken, die schuilen onder den vleugel van den Mohammedaanschen godsdienst, waaraan zij tijdelijke gehoorzaamheid schuldig zijn, maar waaronder zij als ‘vreemden’ staan.”

De verzen, zonder bronvermelding overigens, zijn vertalingen naar FitzGerald, en dienen ter illustratie van het betoog dat Khayyáms kwatrijnen als mystieke teksten dienen te worden beschouwd. Opvallend is dat daarvoor juist FitzGeralds hedonistische en materialistische versie wordt aangevoerd. De verklaring is dat men de mystieke leer, die daarin doorschemert, kan onderscheiden “wanneer men er de sleutel van heeft.”

Het boek is een uitgave van de ‘Vereeniging voor psychisch onderzoek te Amsterdam’. Er wordt geen jaar van publicatie vermeld maar uit bibliografische bronnen blijkt dat het boek in 1909 is uitgegeven. Over de auteur is (nochtans voorlopig) weinig bekend, anders dan een paar werken op zijn naam over onderwerpen als hypnotisme en suggestie, de macht van de geest, persoonlijk magnetisme.

Citaat

„Een Boek met Verzen onder de twijgen, een kan
Wijn, een versch gebakken brood — en Gij naast mij
zittende in de Wildernis — O, Woestenij, dan waart
gij mij een Paradijs!”